Interieur

De inrichting van de huizen van mensen uit midden- en lagere klassen veranderde veel in de periode van eind negentiende tot begin twintigste eeuw. Eerder woonden arbeiders vaak in simpele huizen van maar één kamer. Het huis moest warm blijven en verlicht worden, dat was alles. Door betere bouw en productie van artikelen kwam hier verandering in. Men kon voor minder geld leuke meubels en versieringen kopen voor in huis. Er kwam ook meer behoefte aan spullen voor in huis, want veel mensen kregen meerdere kamers. Doordat bovendien verwarming en verlichting werd verbeterd, werd het wonen voor iedereen gemakkelijker. Het huis moest er dan ook uit zien als een fijne plek om te zijn in de vrije uren na het werk. Later, na 1900, veranderde het idee van een ‘goed’ interieur. Architecten uit verschillende stromingen hielden er hun eigen mening op na en er onstond een heuse interieurleer, waarvan huisvrouwen de adviezen dienden te gebruiken voor hun eigen huis.